op=op

Hoe meer mensen
er gelijk hebben
Hoe minder er zijn
die het nog
kunnen krijgen

En ze heet Margriet

Zoals het haar de hele winter al vergaat:
weer is ze gevallen
En alweer ligt ze op de straat

Ze denkt: genoeg is genoeg en stop is stop
dit keer blijf ik mooi liggen ook
en sta ik derhalve niet meer op
Iemand moet me maar komen halen, of maar niet
Mij is het nochtans om het even,
net zo lief lig ik hier namelijk
de rest van mijn leven

Een Winterkoninkje ziet haar
en fluit iets van een lied

Het meisje hoort hem wel
En voelt wat hij ermee bedoelt
Maar begrijpen doet ze hem niet

Laat maar lopen

Er rende ergens ooit
een meisje door een park
Ze draafde maar
En draafde maar
Almaar in het rond

Misschien dat ze het deed
Omdat die aardige leraar ooit tegen haar zei:
'Jee wat kan jij hard lopen'
en dat het haar zo goed stond

Maar misschien was het ook
Omdat men niet lang daarvoor
Haar vader verdronken
In de IJssel vond

de omloop

Waarom Jozef geen baanrenner is geworden maar taxichauffeur?
Ach, het kan raar lopen in deze wereld, laten we het daar op houden. Voor nu is het genoeg om te weten dat hij weer op zijn vaste stek achter het station stond, wachtend op een vrachtje.
Op het moment dat de zon tevoorschijn schoof en Jozef dit schouwspel met geknepen ogen gade sloeg, kwam er iemand vanuit het ontstane tegenlicht in de richting van de standplaats gelopen. Met zijn rechterarm trok hij een koffer op wieltjes achter zich aan. Naarmate de man dichterbij kwam en het geknars van de wieltjes luider en luider klonk werd het Jozef duidelijk waar hij mee te maken zou krijgen. Hij keek nog eens goed en ja hoor, de man met de koffer, Jozef wist het nu zeker, was een grote en gezonde neger.
En nu rustig blijven, dacht Jozef, zoiets gebeurt je hooguit éen keer in je leven, verpest het nu niet. Al zijn sombere gedachten, die hij juist daarvoor nog had gehad, waren als sneeuw voor de zon verdwenen. Weg het verdriet om zijn misgelopen baanrenners carrière, vergeten zijn vader en zijn gedram richting het taxi-bestaan. ('Jozef, jongen', placht deze vroeger te pas en te onpas te zeggen, 'baanrenners draaien maar als dol in het rond, terwijl de taxi-man, die gaat van A - bijvoorbeeld Amsterdam - tot Z - bijvoorbeeld Zwolle. Díe komt dus nog eens ergens en weer terug bovendien.') Verdampt ook de wrok over het vertrek, precies een maand geleden, van zijn vriendin met die tweederangs veldrijder uit Portugal. Dit hier en nu, en niets anders dan dat, voelde Jozef, was het moment dat al zijn levenslijnen in een fantastisch moment en op een en dezelfde plaats, tezamen gingen komen.
Maar, zoals zo vaak, liep het allemaal anders:
'Jongeman', klonk het plotseling vanachter Jozef, 'kun je me even helpen, ik heb nogal haast'. Achter Jozef stond een oude krasse dame. En hoe Jozef het ook wendde of keren wilde, er was geen houden aan. De dame beweerde dat ze er als eerste had gestaan en dat Jozef moest opschieten bovendien, anders zou ze de Elle-design-beurs grotendeels mis lopen.
Er zat niets anders op dan haar naar haar design-beurs te rijden. En dat heeft Jozef toen gedaan.
Want als het iets is waar Jozef niet tegen kan dan is het ruzie.

Vakmannetje (waar gebeurd)

De Meern, renovatie-bouwplaats.
Twee bouwvakkers, 1 boven op steiger (Joop1), ander beneden (Joop2)

Joop1: JOOP!
Joop2: JA!

Joop1: JE BENT VERGETEN HET HIER WATERPAS TE ZETTEN !
Joop2: WATTUH !

Joop1: JE BENT VERGETEN HET HIERO WATERPAS TE ZETTEN !!!
Joop2: ... HET WATER-WÁT-TE-ZETTEN ???

Blogarchief