doopzucht

Ooit had ik even een vriendin van 2 meter en 10 centimeter
Ik vond haar groots maar toch werd ik, zoals u zult begrijpen, niet graag met haar gezien.

Dus als we gingen wandelen dan was het op een plek stil en verlaten.

En er was nog iets anders aan haar wat me niet zo beviel:
haar neiging om alles en iedereen met fors geweld te willen bekeren.

En het bleef niet bij willen, ze deed het nog ook.

Als we ergens waren en er was water in de buurt waarin je kon staan dan  werd ik vaak onverhoeds vastgegrepen en vervolgens in het nabije zwembad of slootje gesleurd alwaar ik, onder luid Halleluja geschreeuw, door haar werd ondergedompeld.

Zeker in koude winters was dat geen pretje.

En ja, ik geloof nu eenmaal niet in God.

Dus na mijn zesde bekering zette ik het op een holletje en keerde niet weerom.

Blogarchief