de Kneus

een café
zoals zoveel andere
vol met wezens
die zichzelf
wel willen
maar niet kunnen
veranderen


maar hoe dan ook
soms ontstaat er daar
kort voor of in of tegen
het eerste licht
echte liefde
op het laatste gezicht


Dit schreef ik in 1990. Ik was weer op stap na 10 jaar te hebben samengewoond.
Het lag zeker niet aan haar, maar ik was gewoon nog niet klaar voor het grote werk.
Gezin en kinderen.
En toen ik het wel was had zij allang een ander want zo gaat dat.

Ik doolde wat rond en verwachtte in elke kroeg de grote liefde.
Maar dat kon ik wel schudden, want zo gaat dat niet.

Éen meisje was ik bijzonder gek op. Ik noem haar maar even Anna Karenina.

Ik was in die tijd behoorlijk de kluts kwijt, mijn humor had ik nog wel maar zodra ik begon uit te leggen hoe de wereld in elkaar stak, zat ik meestal snel alleen met mijn praatjes.
Soms kwam ik al pratend wel eens in een vreemd bed terecht, maar dat was het dan ook weer niet.

Karenina was ook best een beetje gek op mij maar meer als een vriendje, zo leerde mijn dromen over haar me. Ik ben een keer bij haar gaan eten, en een keer blijven slapen.
Zij sliep op de stoel, ik in haar bed. We zoenden zelfs niet een keer. Dat kan ook niet al pratend.

Ze had een hele mooie vrolijke hese lach, dronk melk uit een pak.
Ik vond haar zooooooooo leuk.

Daarna kreeg ik de te verwachten depressie. Ik schreef:

dit is niet zo een fijne dag
de ochtend mag er wezen
maar ik heb niet het gevoel
dat ik dat mag

En weer daarna een gezin met de beste zonen die in Nederland worden gemaakt.
Nou ja, maar ze mogen er wel zijn. En dat vinden zij ook.

Gisteren stond ik bij de Nettorama in de rij om mijn boodschappen af te rekenen. De vrouw voor me kwam mij vaag bekend voor. Ik had even de tijd om haar rustig te bekijken, dat kon omdat ze een kapot pak hagelslag moest omruilen. Ineens dacht ik: 'verrek, het zóu die Kárenina kunnen zijn'. Ik schatte de kans dat zij het echt zou zijn op ongeveer 10 %. Maar ik ben nieuwsgierig dus vroeg ik haar, 'beetje raar maar heet jij soms Karenina?' Ja, ze was het! Ik legde snel een en ander uit, maar ze herkende mij niet. Misschien had ik wat meer moeten praten. We twijfelden even en toen niks. 'We zien elkaar wel weer ergens in de buurt ' zei ik, en begon mijn boodschappen af te rekenen.

Omdat mijn oudste zoon fijnproever is maak ik sinds kort gerechten waarvan ik de recepten van het internet haal.Voor het visgerecht miste ik Tijm.  Bij de Albert Heijn liep ik vervolgens met mijn doosje met Tijm bijna tegen haar op.
'En daar hebben we Karenina weer' zei ik alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Enfin, en nu gaan we een keer koffie drinken.
Ik heb haar veel te vertellen !

Maar nu vraag ik jullie, hoe groot is de kans dat je iemand na 25 jaar in twee dagen twee keer tegen komt in twee verschillende winkels.

De moeder van vriend Frans zei ooit, het leven heeft meer fantasie dan de mensen hebben.

Lees niet, leef !


Blogarchief