Wie ben jij

tot op hoogte bevlogen
door de pieken en dalen
van mijn deugd

wordt ik in cirkels bewogen
naar het middelpunt
van mijn jeugd

waar vervolgens
alles wat er was
en alles wat er is
op zijn plaats rust
als jij

maar denk erom alleen jij
dus jij niet
en jij ook niet
en jij al helemáal niet

maar jij
mij kust


soffiato mediante i picchi e le valli della mia forza,
io vado in tondo verso mia infanzia.

dove tutto e tutti cade nel silenzio,
quando, non te o te o tu,
ma tu, sì,
mi baci.

Blogarchief