Buurvrouw

Heb ik weer, wil ik net naar bed gaan, wordt er gebeld.
Het is de buurvrouw met een probleem: haar kleine Rudolf kan niet slapen zonder het sprookje nog eens verteld te krijgen van Jan Willem Odorex en Nathalie Hop. Maar, ze 'weet ineens niet meer hoe dat ook alweer ging'. Wel weet ze dat Rudolfje 'echt helemaal gek wordt' als ze het hem niet snel gaat vertellen. Want 'zo is hij'.
En het is misschien heel stom van me, maar op het moment dat ik het wil gaan vertellen, ontschiet het mij ook ineens.
'Was het nou Nathalie die op last van haar vader met de, op staande- voet- ontslag- staande, postbode een relatie moest beginnen om zo de digitalisering van de posterijen binnen zijn gebied te kunnen saneren of juist andersom? En Jan Willem Odorex (of was het nou Rolodex?) welke rol speelde hij nu toch? Iets met paperclips maar wat ook alweer?'
Ik zucht pieker en peins, kijk eens omhoog in het licht van de straatlantaarn, doe mijn haar anders, maar het wil me op geen enkele manier te binnen schieten.
'Zeg!, ik heb niet de hele avond, wat denk je wel, jij sprookjes- analfabeet!', gilt de buurvrouw plotseling waarop ze binnen een handomdraai de kuierlatten neemt en uit mijn zicht verdwijnt.
En al weet ik inmiddels wel,'dat is nu eenmaal zoals het buurvrouwtje is' toch vind ik het iedere keer ook wel weer een beetje ongepast. Wat kàn díe vrouw te keer gaan over niks.

Nou dat wordt weer raar dromen, wat ik jullie brom.

Welterusten.

Blogarchief